woensdag 27 juli 2011

Tekenen van rang

Voor de uitvinding van de eerste elektrische tatoeëermachine in 1892 werden alle tatoeages met de hand gezet, zowel in traditionele als westerse culturen. Het zetten van tatoeages met handmatige instrumenten was vaak een tijdrovend proces, en meestal ook duur. Meer tatoeages getuigden van grotere rijkdom. Bij traditionele culturen zoals de Maori in Nieuw-Zeeland gaven tatoeages vaak specifieke genealogische informatie over een individu. Bij de maori was tamako een voortschrijdend proces, waarbij een tatoeage van een man of vrouw niet alleen afkomst van vaders en moederszijde onthulde, maar ook de politieke, sociale en militaire rang aangaf.

Onder de Iban op Borneo kon een strijder een enorme status verwerven aan de hand van het aantal mensenhoofden dat hij had verzameld. Dit aantal werd zorgvuldig bijgehouden door middel van tatoeages op de handen. Andere tatoeages van de Iban verbeeldden de prestaties die een man had geleverd. Een zware getatoeëerd individu had een hoge rang en status binnen de gemeenschap. Het was zelfs belangrijk om veel tatoeages te vergaren, want de Iban geloofden dat tatoeages in de geestenwereld van het hiernamaals het pas verlichtten.

Tatoeages die een individuele rang binnen een bepaalde gemeenschap aanduiden, zijn bijna altijd eretekens waarvoor toestemming van de leiding van het hoofd van die gemeenschap nodig is of zijn tekenen van eer en status die worden toebedeeld door groepsgenoten. Dat is in het moderne Westen wel anders, want daar is een tatoeage een individuele keuze.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten